Straks hebben we niet alleen het Burgemeester Damenpark aan de zuidkant, maar park om het hele gebouw heen. Mooie natuur in de stad. Om in te sporten, wandelen, rust en schaduw te vinden. Maar ook met genoeg voedsel en schuilplaatsen voor veel soorten dieren. Mark en Marc (jazeker, twee keer Mark met een c én een k) kijken er samen naar uit. “Dit is een heel waardevolle plek in de stad.”
Groener en koeler
Mark Wieltink (landschapsontwerper) maakte samen met landschapsarchitect Theo Reesink van Bureau Poelmans-Reesink de plannen voor het vernieuwde park. “We trekken het park door naar de noordkant”, vertelt hij. “Dat is nu voor een groot deel een parkeerterrein van asfalt. Dat laat geen water door. In plaats daarvan komen er parkeerplaatsen met open verharding. Zoals grasbeton. Gras groeit daar doorheen. En het regenwater kan via dat gras de grond in zakken. Ook komen er aan deze kant van het park 67 nieuwe bomen. We kiezen voor soorten die hier van nature voorkomen. En voor echte parkbomen: statige bomen met grote kruinen die veel schaduw geven.”
Belangrijke bomen
“Die bomen zijn niet alleen goed voor het klimaat”, weet Marc Schils. “Groen zorgt ook voor verkoeling. Dat kan zomaar 10 graden schelen. Daarom is een park in de stad zo belangrijk.” Marc werkt sinds vorige zomer als ecoloog bij de gemeente Sittard-Geleen. “De nieuwe bomen komen deels in plaats van oude bomen die ‘op’ en onveilig zijn. En in plaats van de vele platanen die op en rond de parkeerplaats staan. Het is natuurlijk jammer dat er oude bomen weggaan. Want in zo’n oude boom leeft veel meer dan in een jong boompje. Maar we doen dit voor de toekomst. Voor de veiligheid. En omdat de beestjes die hier in Limburg leven veel meer profiteren van bomen die hier van nature ook voorkomen. De plataan is geen lokale boom. Er leven alleen insecten die zich in iedere boom thuis voelen. Terwijl in de lokale bomen en struiken veel méér en ook interessantere soorten insecten hun voedsel vinden. En daardoor krijg je weer meer soorten vogels en andere dieren.”
Meer diertjes
“Dat is ook ons doel”, zegt Mark Wieltink. “We willen meer biodiversiteit: meer soorten planten en dieren. We kiezen daarom voor nieuwe soorten bomen en planten. Soorten die hier in Limburg al voorkomen. Met veel bloei en vruchten: voedsel voor de dieren. Ook planten we veel struiken en hagen. Waarin dieren zich kunnen terugtrekken en veilig zijn. En we zorgen voor veel lagen: plekken voor verschillende soorten dieren. Zo maken we de oevers van de ‘wadi’, de wateropvang in het park, een stuk minder steil. Laag, bij het water, leven weer andere dieren dan hoger op de oever.”
Water opvangen
Die ‘wadi’ is trouwens ook heel belangrijk omdat het klimaat verandert. Er valt soms een tijdtje heel weinig regen en soms in één keer heel veel. “Daarom gaan we de wadi die er al is groter maken”, vertelt Mark. “Een wadi is voor water afvoer (wa) naar een plek waar dit in de grond kan zakken (di: drainage en infiltratie). In deze wadi vangen we al het water op dat op het gebouw valt. Zodat het water in het park blijft.”
Waardevolle natuur
Marc Schils is blij dat het oude park voor een groot deel blijft zoals het is: “Dat is heel mooi, met die oude bomen en een klassieke uitstraling. Dat willen we zo houden. En tegelijkertijd de natuur hier nóg waardevoller maken. Dit is één van de weinige, grotere stukken groen in de stad. En dat groen is ontzettend belangrijk voor de dieren. Maar het is ook belangrijk dat mensen ervan kunnen genieten. Zodat ze verbonden blijven met de natuur.” Wat dat betreft verwacht Marc ook veel van het project Corioglana. “Als gemeente willen we de wat wildere natuur in het buitengebied verbinden met de stadsnatuur bij Glanerbrook. Dan kunnen mensen makkelijker de natuur in en ga je hier nóg meer soorten krijgen.”
Nu al genieten
Maar het Burgemeester Damenpark is ook nu al een prachtig stukje natuur. “Als je hier wandelt, zie je veel typische stadsvogels”, vertelt Marc. “Zoals de merel, lijster, boomklever en grote bonte specht. Maar er zitten ook verschillende knaagdieren. Samen met IVN en de mensen die in het park komen, hopen we in kaart te kunnen brengen welke soorten er al zijn. Dit voorjaar ga ik een keer met mijn netje in de vijver scheppen. Ik ben er zeker van dat ik dan ook watersalamanders vind.”
Buiten naar binnen, sport naar buiten
Er komt dus meer groen en natuur. Maar het sportpark gaat ook veel meer één geheel worden. “We gaan buiten en binnen met elkaar verbinden”, legt Mark Wieltink uit. “Een met klimplanten begroeide doorgang loopt straks helemaal door het gebouw heen. Zo halen we buiten naar binnen. Aan beide kanten kun je via glazen wanden naar de sport binnen kijken.” Mark is ook enthousiast over het plan om de sport meer naar buiten te halen: “Daarvoor hebben we een rondgang van één kilometer bedacht.”
Een echt sportpark
Anders dan de wandelpaden wordt die rondgang van glad asfalt gemaakt. “Zodat je er goed kunt skeeleren of hardlopen”, legt Mark uit. Langs die sportroute komen een jeu de boules baan en een speeltuin. Maar ook bij het entreeplein is ruimte om te sporten. Daar komt een veld voor streethockey. En tribunes waarop je kunt uitrusten of naar alle sport kunt kijken. Mark: “Ik hoop dat mensen hier echt gebruik van gaan maken. Dat het buiten sporten weer goed op gang komt. En dat dit een leuke, levendige plek wordt. In de rest van het park is er dan nog genoeg ruimte over voor wie rust zoekt. Het zou heel mooi zijn als mensen het park zien als een fijne plek. Een plek waar ze graag komen.”
Nog even geduld
Het duurt nog een paar jaar voordat het nieuwe park echt helemaal ‘af’ is. Deze maand komen er nog wat planten bij in het oude park. Daarna is het wachten tot de oude ijshal weg is. “Dan pas kunnen we starten met de aanleg van het nieuwe deel van het park. Planten kan alleen in de winter, tot en met april. Dus pas volgend voorjaar kun je een beetje zien hoe het gaat worden.”
Meer van dit soort verhalen?
Bekijk dan ook eens deze interviews: